Handige geheugensteuntjes voor het leren van de autotheorie

Auto theorie ezelsbruggetje

Voordat je de weg op mag, dien je eerst een rij-examen af te leggen. Hierbij is het noodzakelijk dat je bekend bent met verkeersborden en in staat bent om de theoretische kennis toe te passen in het verkeer. De benodigde autotheorie leer je bij de rijschool waar je je hebt ingeschreven. Tijdens de theorielessen komen de verschillende verkeersborden aan bod. Je leert de betekenis ervan en hoe je ze moet opvolgen in het verkeer. Om verder te oefenen, kun je theorieboekjes aanschaffen of online oefeningen doen, waar je een uitgebreid overzicht van diverse verkeersborden vindt.

Ezelbruggetjes voor je auto theorie

Het oefenen met ezelsbruggetjes is van essentieel belang bij het leren autorijden, omdat verkeersborden helpen bij het reguleren van het verkeer. Ze geven aan wanneer je een school nadert, op een voorrangsweg bent, of waar je wel of niet kunt parkeren. Deze borden vallen onder verschillende categorieën: sommige geven een verbod aan, terwijl andere informatie verstrekken aan medeweggebruikers.

Adviezen voor het theorie oefenen met ezelbruggetjes

Voordat je achter het stuur van een auto kruipt, moet je eerst het theoretische gedeelte beheersen. Je leert eerst de betekenissen van de borden en neemt vervolgens deel aan een examen. Het is handig om ezelsbruggetjes te gebruiken om de borden snel en gemakkelijk te onthouden, gezien het grote aantal borden en de mogelijke verwarring. Een ezelsbruggetje is een hulpmiddel om iets te onthouden. Bijvoorbeeld, om de borden voor verboden parkeren en verboden stilstaan uit elkaar te houden, kun je het ezelsbruggetje gebruiken: een bord met een kruis = verboden stilstaan.

Bij een kruispunt zonder verkeerslichten heeft verkeer dat rechtdoor gaat voorrang: RechtDOOR op dezelfde weg gaat VOOR. Een uitzondering geldt als je rechtsaf wilt slaan en een fietser aan jouw kant van de weg rechtdoor rijdt; in dat geval moet je de fietser voorrang verlenen. Een waarschuwingsbord heeft de punt omhoog. Als twee auto's op dezelfde weg staan en beide moeten afslaan, heeft de auto die een korte bocht moet maken voorrang op de auto die een lange bocht moet maken: korte bocht gaat voor lange bocht. Bij het afslaan naar links gebruik je de SPOT-regel: S = in de spiegel kijken, P = pijl, O = opzij kijken, T = tegenliggers.